Zondag 21 juni heb ik mijn spullen weer eens gepakt en ben een wandeling door de driehoek van het Bentwoud gaan wandelen.
Het begon al goed, toen ik een aantal vlinders en juffers zag vliegen, aan het begin van het het pad, wat ik ging volgen, in het Bentwoud.
Ook al hoef je in het Bentwoud niet het pad te volgen. Je mag overal dwalen.
Ik volgde een pad langs het water en zag een klein koolwitje die vlak voor mij op een bloem ging zitten. Hij liet zich goed bekijken en vloog weer verder. Ik ging ook weer verder. Tussen het hoge gras zag ik iets roze staan. Dit ben ik even beter gaan bekijken en dit bleek een rietorchis te zijn. Prachtig. Er staan er daar nog meer. Dit is een vrij algemene orchis, maar voor mij wel bijzonder. Ik ben gek op wilde orchissen.
Bij een open plek langs het water bleef ik even staan, omdat ik dacht iets te zien vliegen. Dit bleek juist. Daar vlogen een aantal azuurwaterjuffers en gewone oeverlibellen. Zo duidelijk met die grote blauwe achterlijven.
Vanuit het riet kwam de zang van de kleine karekiet.
Ik vervolg mijn wandeling en zie iets verderop een grote keizerlibel. Dat is een hele grote libel. Deze kan wel 84mm groot worden. Ik vind hem dan ook geweldig om te zien.
Bij de Benthuizerplas aangekomen kijk ik naar het eilandje waar heel veel kokmeeuwen op zitten. Daar hebben ze zitten broeden en er zijn dus ook veel juvenielen te zien. Op het water zitten veel knobbelzwanen en grauwe ganzen. Ik besluit om naar en ander stuk te lopen en zie in de verte een aantal mensen met verrekijkers en telescopen staan. Dus daar ben ik dan ook naar toe gelopen. Na een gesprek met deze mensen bleek dat er een woudaap aan de overkant in het riet zat.
Na goed zoeken en nadat hij meer uit het riet was gekomen, had ik hem in beeld. Een fraai mannetje. Te zien aan de felrode snavel. En hij liet zich ook goed horen. Het geluid lijkt op het blaffen van een grote hond.
Het was zo gaaf om hem te bekijken en hem te horen.
Na ongeveer een half uur kroop hij weer het riet in en was verdwenen. Voor mij het teken om ook weer op weg te gaan.
Het was weer een heerlijke wandeling. Met een mooi klapstuk.